2 Kronieken 36:13

SVDaartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar, die hem beedigd had bij God; en verhardde zijn nek, en verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE, den God Israels.
WLCוְ֠גַם בַּמֶּ֤לֶךְ נְבֽוּכַדְנֶאצַּר֙ מָרָ֔ד אֲשֶׁ֥ר הִשְׁבִּיעֹ֖ו בֵּֽאלֹהִ֑ים וַיֶּ֤קֶשׁ אֶת־עָרְפֹּו֙ וַיְאַמֵּ֣ץ אֶת־לְבָבֹ֔ו מִשּׁ֕וּב אֶל־יְהוָ֖ה אֱלֹהֵ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃
Trans.wəḡam bammeleḵə nəḇûḵaḏəne’ṣṣar mārāḏ ’ăšer hišəbî‘wō bē’lōhîm wayyeqeš ’eṯ-‘ārəpwō wayə’ammēṣ ’eṯ-ləḇāḇwō miššûḇ ’el-JHWH ’ĕlōhê yiśərā’ēl:

Algemeen

Zie ook: Hart (lichaamsdeel), Nebukadnezar

Aantekeningen

Daartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar, die hem beëdigd had bij God; en verhardde zijn nek, en verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE, den God Israëls.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ֠

-

גַם

Daartoe werd hij ook

בַּ

-

מֶּ֤לֶךְ

tegen den koning

נְבֽוּכַדְנֶאצַּר֙

Nebukadnézar

מָרָ֔ד

afvallig

אֲשֶׁ֥ר

die

הִשְׁבִּיע֖וֹ

hem beëdigd had

בֵּֽ

bij God

אלֹהִ֑ים

den God

וַ

-

יֶּ֤קֶשׁ

en verhardde

אֶת־

-

עָרְפּוֹ֙

zijn nek

וַ

-

יְאַמֵּ֣ץ

en verstokte

אֶת־

-

לְבָב֔וֹ

zijn hart

מִ

-

שּׁ֕וּב

bekeerde

אֶל־

tot

יְהוָ֖ה

den HEERE

אֱלֹהֵ֥י

-

יִשְׂרָאֵֽל

Israëls


Daartoe werd hij ook afvallig tegen den koning Nebukadnezar, die hem beedigd had bij God; en verhardde zijn nek, en verstokte zijn hart, dat hij zich niet bekeerde tot den HEERE, den God Israels.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!